‘Dit was werk dat Nan Goldin helemaal in het begin maakte, toen ze haar vrienden ging fotograferen, ook als ze dood in de kist lagen.” De bekende Rotterdamse atelierhouder Cokkie Snoei staat voor een foto van een magere man liggend in een open kist, en een vrouw die over haar schouder wegkijkt. „Dat is Cookie, een goede vriendin van Goldin, in de kist ligt haar man Vittorio – hij had aids. Drie maanden later was Cookie ook dood, ook aids.” Goldin is een van de 33 kunstenaars in de expositie die Cokkie Snoei (67) dit jaar maakte in de Rotterdamse Kunsthal. 33, omdat haar galerie, waarmee Snoei een jaar geleden stopte, 33 jaar heeft bestaan.
Er hangen veel van de grote internationale namen die Snoei naar Rotterdam haalde toen ze nog relatief onbekend waren: Claude Cahun, Larry Clark, Andres Serrano, Lee Miller. Maar ook werk van kunstenaars die niet door zijn gegaan. Zoals Bert Sissingh, die foto’s maakt van geënsceneerde situaties met zijn bejaarde ouders. „Toen na zijn moeder ook zijn vader overleed stopte hij ermee.”
Snoei wil een overzicht geven van de ontwikkeling van haar galerie. „Dan heb je een soort leitmotiv nodig. Wat mij altijd getriggerd heeft in kunst is frictie, wrijving, tegenstellingen. Dus het werd Fancy some friction, honey? Deze 33 kunstenaars pasten het best in dat thema. Ik heb natuurlijk ook kunstenaars laten zien die goed zijn in andere dingen, die hangen hier niet.”
„Met de tentoonstelling wil ik insiders laten zien dat ik de vinger aan de pols had – dat is de grootste uitdaging van je vak: zien of iemand kwaliteit en toekomst heeft. Verder wil ik de bezoekers van de Kunsthal verleiden kunst verder te ontdekken en misschien wel te gaan verzamelen.”
Lopend tussen de speciaal voor de tentoonstelling zachtgekleurde muren: „Ik bedenk niet ‘laat ik eens gender als thema nemen’. Achteraf analyserend ging het de laatste tijd over queerness, gentrificatie en postkolonialisme. In het begin was het meer seksualiteit, gender en macht.” Verzamelaar René Gouwens omschreef de antenne van Snoei als volgt: „Als zij vond dat werk goed, geil of tof was, dan was dat zo.” Hij zegt dat in het boekje bij de tentoonstelling. Hierin staat werk van de tentoonstelling, en een overzicht van alle exposities die Snoei ooit in de galerie maakte. En er komen verzamelaars, kunstenaars en curatoren aan het woord over Snoei. Dan vallen woorden als genadeloos eerlijk, baanbrekend, compromisloos, ontspannen, avontuurlijk en goede verkoper. „Ik wilde verder vooral geen kunsthandelaar zijn, en ook niet luisteren naar de kunstelite.”
100 bezoekers per dag
Cokkie Snoei begon aanvankelijk als agent voor kunstenaars, maar al snel koos ze voor een galerie, en betrok ze een gigantisch pand in de Witte de With-straat. „Dus dat viel behoorlijk op. Toen ik begon was het veel normaler om galeries te bezoeken. Ik had soms in het weekend wel 100 bezoekers op een dag.” Maar mensen gaan niet meer zo veel naar galeries.
Dat heeft ook het vak flink veranderd: „de tijd dat je rustig kon gaan zitten wachten op verzamelaars die vanzelf binnenkwamen is allang voorbij.” En sowieso, zegt ze, een galerie is veel groter dan een etalage met kunstwerken. „Je hebt de zakelijke kant, die best pittig is, maar het vraagt vooral persoonlijke betrokkenheid. Liefde voor de kunst en de kunstenaar.”
Inmiddels lopen we aan tegen een serie foto’s waarop een naakte vrouw in wonderlijke houdingen op een lage vensterbank ligt. „Dat is Carolee Schneemann, in het Kröller-Müller Museum. Zij zat op de academie in de tijd van het abstract expressionisme, zoals Pollock en Willem de Kooning. Zij wilde daaruit losbreken, dat deed ze door performances. Een hele bekende is dat ze een lint met tekst uit haar vagina trekt, en voorleest: een kritische tekst van een recensent over haar werk. Dit werk is een stiekeme performance, als de wacht gewisseld werd in het museum, trok ze heel snel haar kleren uit en liet zich fotograferen.”
Vorig jaar december sloot galerie Cokkie Snoei de deuren. „In je eentje een galerie runnen is heel zwaar, vooral ook de beurzen die je tegenwoordig allemaal af moet. Inpakken, inklaren, verzekeren, opbouwen, de hele dag staan, weer inpakken, uitklaren… De laatste jaren heb ik die internationale beurzen ook overgeslagen. Bovendien bereikte ik ‘de pensioengerechtigde leeftijd’, zoals dat officieel heet. Ik wil graag languit op de bank. Mocht dat me gaan vervelen, kan ik altijd nog wat gaan doen.”
We komen terecht voor een groot scherm waarop langzaam iets organisch beweegt, een huid, het trekt samen en strekt uit. Videowerk Color of Shame van Nederlandse kunstenaar Koes Staassen. „Zijn eigen scrotum – die heeft ‘m wat ingekleurd. En die haren zijn niet grijs, maar heel blond – hij is nog jong.”